De wijzen


De wijzen, de wijzen,
die gingen samen reizen.
Vertrouwend op een Koningsster,
zij wisten niet hoe ver.

Zij volgden het teken,
de dagen werden weken,
dan klopt een rijke karavaan
bij de paleispoort aan.

O koning, wil ons horen:
er is een prins geboren,
in 't Oosten is zijn ster gezien,
staat hier zijn wieg misschien?

Herodes hij hoorde,
verschrikt naar deze woorden.
Een koningskind bij mij in huis?
U bent beslist abuis.

De wijzen, de wijzen,
die moesten verder reizen.
De ster ging als een lichtend spoor,
naar Bethlehem hen voor

Zij hebben gevonden,
het Kind door God gezonden.
Dat Koning en dat Knecht wil zijn
voor ieder groot en klein.